Project: Zicht op zee

Rika runde samen met haar man Luk een bakkerij in Blankenberge. De vrije momenten spendeerde en spendeert ze graag aan haar cabine. Ze registreert welke dagen het ‘cabineweer’ is, en ze is wellicht de enige met het logo van Blankenberge op haar plankier. Ze vertelde er honderduit over aan Katrien Vervaele.

Verhaal Rika Buyse:

Rika, afkomstig uit Roeselare en kleuteronderwijzeres van opleiding, kwam als jonge vrouw elke zomer twee maanden naar Blankenberge, samen met een vriendin. ‘We huurden een appartement, we betaalden elk een maand. Ik leerde in een van die zomers mijn man kennen, een bakker, en zo rolde ik in 1963 het leven van de Blankenbergse middenstand in. Het was hard werken, want Bakkerij Luk draaide! Eén dag in de week hadden we vrij, en een cabine
leek ons een aangename verpozing. We twijfelden dus geen moment toen zich de gelegenheid aanbood om een standplaats mét cabine aan te kopen. Zo’n stek op het strand was ook wel handig wanneer de kinderen klein waren. Mijn moeder nam ze dan mee ofwel het winkelmeisje als ze een paar uur vrij was.’

Wat jarenlang maar één keer in de week kon, werd vollen bak en alle dagen feest wanneer Rika en haar man met de bakkerij stopten. Rika was niet meer weg te slaan van haar cabine op het Blankenbergse strand en dat is nog steeds zo. Vanaf het moment dat de cabines gezet zijn, in de paasvakantie, tot ze worden weggehaald eind september, is ze er te vinden, toch als het een beetje weer is.

Rika noteert op een kalender hoe vaak ze naar zee, naar de cabine is geweest. Een kruisje betekent een dagje strand. Zo telt het jaar 2018 niet minder dan 124 kruisjes! ‘De beste dagen zijn de dagen met oostenwind. Dan hoef ik maar de deur van mijn cabine open te zetten, mijn ligstoel ervoor en ik kan urenlang genieten van de zon, zonder enige last te hebben van tocht.’
In Blankenberge zijn er drie rijen cabines achter elkaar. Er zijn deuren aan de kant van de dijk en deuren aan de kant van de zee. Zelf heeft ze een cabine in de rij het dichtst bij de zee, maar toch verkiest ze de deuren aan de kant van de dijk open te zetten, omdat je zo het meeste zon hebt.

‘Ik ben een echte zonneklopper’, zegt ze. ‘Elke namiddag van half twee tot halfzeven lig ik op het strand, in mijn zetel. Om te zonnebaden, zeker, want ik vind dat heerlijk. Maar het is zelden dat ik lig te slapen! Ik heb altijd mijn lectuur bij! Krant, boek, tijdschrift… en we wisselen die bladen uit. Ook helpen we mekaar al eens met het oplossen van een kruiswoordraadsel. Als je zelf een woord niet kent, kent je buurvrouw dat misschien wel.’

‘De meeste mensen die op die plek een cabine hebben, kennen mekaar al jaren. Als we toekomen zeggen we steevast goeiedag en doen we een kort babbeltje, maar verder is het ieder voor zich. Een enkele keer nodigen we elkaar uit, als we iets te vieren hebben, maar doorgaans zitten we elk apart, aan onze eigen cabine.’

Rika zorgt er ook voor dat ze regelmatig haar zetel draait, zodat ze langs alle kanten evenveel zon krijgt. ‘Zo verbrand ik ook niet! En om regelmatig te bruinen, draag ik altijd een badpak, zonder schouderbandjes weliswaar, zo met een plat bovenstukje. En smeren? Neen! Dat doe ik nooit. ’s Morgens een laagje crème op mijn gezicht en dat volstaat voor de hele dag. Vitamine D opdoen… ik zal daar geen pilletje moeten voor slikken! Mijn vel kan trouwens goed tegen de zon, want in maart, bij de eerste zon, zet ik me buiten op mijn terras, met een jas aan en zo leg ik al een eerste laagje. Zo is mijn vel al gereed tegen dat de zon feller wordt. Ik verbrand zo goed als nooit. Smoeten hoeft niet voor mij!’ Omdat Rika de cabine heeft gekocht, hoeft ze maar enkel de standplaats te huren. In Blankenberge komt dat neer op 150€ per seizoen. Het zijn haar zonen die jaarlijks de cabine opzetten en weer afbreken. In de winter staan de panelen in haar garage. ‘Maar schilderen doe ik zelf’, zegt ze. ‘Altijd in het wit. Op mijn plankier heb ik vorig jaar wel het logo van Blankenberge geschilderd. Afwisselend streep wit, streep zwart en binnenin het witte hart. Het is wel mooi, een keer iets anders, maar ik heb me mispakt aan dat zwart. Als de zon daarop zit is dat wel ontzettend heet!’