Kris Costenoble - En op dinsdag kwamen de stutefretters...
Project: Zicht op zee
Kris Costenoble was als kind en tiener betrokken bij stranduitbating ‘De zeerust’ in Bredene. De zaak was aanvankelijk van zijn grootouders, later van zijn ouders. Grootvader was schrijnwerker in hoofdberoep, en in de zomermaanden kwam er de uitbating bij. Op een bepaald moment nam zijn broer - die 12 jaar ouder is dan Kris - een andere uitbating (‘Melis’) over. Het bedrijf is in 1986 overgelaten en bestaat vandaag niet meer. In Bredene zijn er nu geen uitbatingen meer. Het enige wat er nog van overblijft is de strandcabineverhuur.
Het verhaal van Kris:
Omdat Kris’ ouders druk in de weer waren met hun job, namen zijn grootouders hem mee naar het strand. Als ukje was het zijn ‘zandbak’, maar vanaf een jaar of 10, kreeg hij kleine taakjes. Nog een stoel of zetel installeren mensen, zeilen brengen naar mensen die buiten de uitbating zaten, … Vanaf een jaar of 12 werd hij samen met andere jongens ingezet als ‘jobstudent’.
Soms kwamen de jobstudenten al eens in een weekend in mei ‘proefdraaien’, en dan voelden ze al snel of het hun ding was. Eén iemand is ooit na twee dagen gestopt: hij had het harde labeur onderschat. Maar beter zo, dan dat hij er tegen zijn gedacht stond. Want vriendelijk zijn - ondanks een slechte dag - was belangrijk. Als de mensen content waren, kwamen ze het jaar erop terug.
Wie er op dinsdag altijd kwamen, dat waren de ‘stutefretters’. Wellicht was het een autocarbedrijf uit het binnenland die elke dinsdag een ‘lading’ toeristen afzette. Die bleven dan van ‘s morgens tot ‘s avonds. Hun bijnaam kregen ze al snel omdat ze alles mee hadden: drinken en eten. De Bredense horeca had er niks aan.
De opbouw van de cabines gebeurde al rond de Paasvakantie. In de grote vakantie werden jobstudenten werden vooral ingeschakeld om de stoelen, ligzetels en bedden klaar te zetten. Zijn broer hield de financiën bij. Hij zorgde ervoor dat iedereen zijn plekje betaalde. En wie niet betaalde - die kreeg al eens een zeil over zijn handdoek gespannen. Er waren altijd mensen die (bewust of onbewust) tussen de zeilen gingen zitten. Ze spraken hen aan, maar sommigen aanvaarden het niet
dat ze daar niet mochten zitten. De politie werd soms al eens gebeld, maar die was het na een tijdje beu om hiervoor telkens op te draven. Vanaf dan werden bordjes geplaatst die duidelijk signaleerden waar het betalende stuk strand zich bevond. Toen Kris wat ouder werd, kreeg hij ook wel eens andere taken toegewezen: bv. een slot van een cabine herstellen als er een defect was.
Alles werd uitgezet vanaf 8u, maar vanaf een uur of 10 kon zijn broer (en diens vrouw) het werk alleen aan. Ze mochten bijvoorbeeld gaan zwemmen op kalme momenten, maar uiteindelijk was het maar een parttime vakantiejob. Ze werden pas om 18u terug verwacht om alles weer binnen te zetten. Samen met de collega-jobstudenten werd ook wel eens een stapje in de wereld gezet, maar laat mochten ze het niet maken - want om 8u moesten ze weer paraat staan op het strand.
Op topdagen werden er soms tot wel 800 stoelen buiten gezet. Dat was ook een beetje opbieden t.a.v. de buren van de andere uitbatingen. Maar die 800 stoelen moesten ‘s avonds wel allemaal weer weg…
Die topdagen, dat waren bijvoorbeeld 21 juli en 15 augustus. Dan werd heel de familie ingeschakeld om te helpen. En als er onverwachts iemand ziek was? Dan werd er gewoon een tandje bijgestoken.
Toen Kris’ broer de uitbating van Melis overnam, was daar ook nog de mogelijkheid bij om zwemkledij te huren. Hij herinnert zich vooral nog ‘de Duitser met de omgekeerde zwembroek’: de huurders van zwemkledij mochten zich verkleden in een cabine, maar daar was geen licht. Het was er dus redelijk duister. De Duitser kwam buiten met een omgekeerde zwembroek. Na eens goed gelachen te hebben, zijn ze het hem wel discreet gaan zeggen. En mocht hij de donkere cabine nog eens gebruiken…
Uiteindelijk hebben ze de uitbating in 1986 overgelaten. In het schooljaar was hij leraar, in de zomer stranduitbater. Nooit verlof dus, het werd te zwaar. De zaak was maar één jaar meer actief in Bredene, de nieuwe eigenaar bracht de hele inboedel over naar Knokke.
Op vandaag zijn er in Bredene geen uitbatingen meer die zetels en zeilen ter beschikking stellen, er worden enkel nog strandcabines verhuurd en geplaatst. Hij vindt het daarom belangrijk dat zijn verhaal geregistreerd wordt, want op een bepaald moment zal dat de enige herinnering zijn aan hoe het ooit was.
Maar eigenlijk hoopt hij uit de grond van zijn hart dat die uitbatingen nog terugkeren in Bredene.