Project: Zicht op zee

Baigneur Jan D’hondt die nu het mondaine ‘Belmondo Beach’ uitbaat, werd geïnterviewd door Martine Nijsters. Ook zijn kindertijd bracht hij op het strand door, want eerst heette de zaak ‘Norbert’, uitgebaat door vader Norbert en moeder.

Collectie Jan D'hondt

Verhaal Jan D'hondt:

Wanneer je Jan aan ziet komen stappen, een speelse glimlach om de lippen, dan weet je het meteen: dit is een beach boy pur sang, dit is een man van het strand. Blonde lokken, getraind lijf door het vele hand- en hefwerk, soepel in alle bewegingen. Hij lijkt eerst een beetje verlegen om zomaar over zichzelf te praten, maar wanneer het gesprek losloopt over zijn vak, over het ‘baigneur’ zijn, dan komt de gedrevenheid boven. En de kennis van zaken.

“Ik heb niets anders gekend,” begint hij. “Mijn papa had op diezelfde plek op het strand van Wenduine ook al een stranduitbating. In 1978 overgenomen en tot ‘Strand Norbert’ gedoopt. In de winter was hij huisschilder, maar wanneer de zomer er aankwam, werkte hij fulltime op het strand. Met mijn mama en zus brachten we elke dag de boterhamdoos en bleven dan zelf ook wel hangen rond de opslagcabine. Ik ben dus opgegroeid op het strand, tussen de
windzeilen, ligstoelen en ligbedden. Zo ben ik er spelenderwijs in gerold.

Zo’n 18 jaar geleden nam ik dan de fakkel over. Ik was een volgende generatie, had wat gereisd en wou het eigentijdser aanpakken. De Wenduinse groen-witte streepjes op zeilen en cabines hadden hun beste tijd gehad, er kwam vanuit de overheid een regel om alles standaard in het wit te kleuren, ik zag ruimte voor verbetering. Ik wist intussen goed hoe hard het sleuren was
met die houten ligbedden. Zo schakelde ik over op kunststof ligbedden, met dikke, comfortabele ligkussens. Die zijn heel wat praktischer in het manipuleren en in het onderhoud. Uiteindelijk kwam er een totale make-over, met een eigen huisstijl in witte en zachtblauwe tinten, nieuwe lange strakke zeildoeken en een nieuwe naam met eigen logo. ‘Belmondo Beach’ vond ik goed klinken, roept een beetje een mondaine, elegante stijl op die past bij mijn publiek.

Naast mijn bedieningscabine, ‘mijn living’ voor de zomer, bied ik take-away drankjes aan en hou ik mijn uitbating in het oog. Met de lokale bakker heb ik een afspraak dat mijn klanten broodjes of slaatjes kunnen bestellen bij hem, die dan aan onze bar worden afgeleverd. Mijn vast cliënteel weet dat ze op mijn persoonlijke service kunnen rekenen en komen daarom elk jaar graag terug. Zo was die eerste coronazomer een voltreffer, al kon die maar in juni van start gaan. Iedereen bleef welkom op het strand en kwam graag de dag bij ons doorbrengen. Het was nog een plek met enig gevoel van vrijheid, met open gezonde lucht, zonder mondmaskers en fantastisch mooi weer, tot laat in de nazomer. Voor mijn klanten werd mijn uitbating duidelijk een tweede thuis met de zorgen even aan de kant.

Ik verhuur ook strandcabines. Daar heb ik in de winter mijn werk mee. Ik onderhoud ze grondig tijdens die stille maanden, zodat mijn klanten elk seizoen een klassecabine te huur krijgen. Tot voor Corona ging ik tijdens de wintermaanden als interim werken in de haven van Zeebrugge, als ‘shunter’. Dat zijn de mannen die de auto’s van op de kade naar de verzamelparkings rijden, waar ze dan opgeladen worden en over heel Europa verdeeld. Of ik werkte in de stellingbouw. Nu hou ik me helemaal bezig met het onderhoud van mijn uitbatingsmateriaal en de strandcabines.

Elk jaar wordt het weer afwachten wat voor seizoen het wordt. We zijn natuurlijk zeer afhankelijk van het weer. En hebben zelfs rechtstreeks met klimaatperikelen te maken. Wenduine is een kwetsbaar strand voor hevige stormen. Jullie zagen de beelden al vaak op TV, de kliffen die geslagen worden na elke felle storm of springtij, zo typisch voor ons stukje kust. Dat komt natuurlijk omdat het strand opgespoten wordt om de te hoge golven tijdens zo’n storm al ver voor de zeedijk te breken, zodat ze er niet overslaan. Die kliffen bewijzen dat de wering werkt, maar elke keer moet het strand dan weer effen getrokken worden of moet er zand bij opgespoten worden. En liefst gebeurt dit voor 15 maart, want dan willen wij, de stranduitbaters en de cabineverhuurders, beginnen met de opbouw van onze infrastructuur. We willen graag klaar zijn tegen Pasen, dat is altijd een dankbare familievakantie voor ons. De gemeentelijke overheid doet zijn best om met die planning
rekening te houden, maar hier in Wenduine lukt het niet altijd zo goed. Dit jaar bouwen ze hier bovendien volledig nieuwe en lange golfbrekers tot diep in zee, om nog meer zand op het strand te houden. Die werken beïnvloeden natuurlijk ook de toegankelijkheid van het strand, maar zullen in de toekomst het afkalvende strand hopelijk beter voorkomen en op die manier minder voorbereidend onderhoud meebrengen. Voor ons betekent te laat opbouwen een pak stress extra, omdat we sowieso al weersafhankelijk zijn en elke dag kostbaar is.“

Terwijl Jan naar zijn loods terugkeert om verder te schilderen, verzucht hij nog, ”Ik hoop dat we een warme, lange zomer krijgen, zodat de mensen snakken naar het frisse zeebriesje en het zalig nietsdoen op een luie strandstoel aan zee. Dan vergeet ik mijn hard labeur van de wintermaanden en voel me weer een eeuwige jongen van het strand. Da’s mijn lange leven.”