Sint-Hubertusviering
Brood neemt in vele religies een prominente plaats in, denk maar aan de hosties in de katholieke godsdienst. Maar geloof en bijgeloof zijn soms nauw verweven met elkaar. Op 3 november, feestdag van de heilige Hubertus, werden broden gewijd in de kerken en daarna bij de bakker verkocht. Gewijd brood eten, liefst op de nuchtere maag, zou bescherming bieden tegen hondsdolheid.
Ook aan de kust werd deze traditie, die omstreeks de 17de eeuw in zwang raakte, in ere gehouden. In Oostende gingen visvrouwen, tot het einde van de jaren vijftig ongeveer, de straat op met een viskar of manden en ventten met het gewijd brood. Ze riepen met luide stem in de straten: Sint Hubrechtsbrood zien, verbasterd tot Sint hubrechtbrood sie.
Niettemin gaan tradities verloren. Brood wordt nog wel gewijd en bij een paar bakkers te koop aangeboden, maar ook dit aanbod verliest aan belang.
Sint Hubertus wordt aanzien als de patroon van de jagers en vissers zijn per definitie ook jagers. Een legende vertelt hoe een edelhert Hubertus behoedde voor het voortzetten van zijn liederrijk leven. Een vlammend kruis verscheen in het midden van zijn gewei. Voor Hubertus was dit het teken om zijn levensstijl te veranderen en zich te wijden aan de armen.