oostende de haan blankenberge
Enrico Ricciolini, Oostende

Giovanni en zijn carrozelle

Giovanni Ricciolini was 27 toen hij in 1947 van Italië naar België verhuisde op zoek naar werk, samen met zijn vrouw Bruna en hun dochtertje. Giovanni ging werken in een staalbedrijf en Bruna in een glasfabriek, maar al snel kwam het koppel in dienst van monsieur Jacques. Giovanni als chauffeur en Bruna als meid. Bruna ging af en toe voor een tijdje terug naar Italië en uiteindelijk ging het koppel uit elkaar. 

In 1960 zakte Giovanni af naar Oostende. Hij ging als garçon aan de slag op een maalboot. Zoon Enrico: ‘Vrienden van mijn vader hebben me verteld dat mijn vader op die maalboot vaak dubbele shifts draaide, met één doel: een eigen billenkarrenzaak starten in Oostende. Hij kende die grote billenkarren van aan de Italiaanse kust waar ze carrozzelle heten en hij zag dat ook aan de Belgische kust kinderen en volwassenen er dol op waren. Oostende had een heel mooie dijk en hij zag er toekomst in. ’Halfweg de jaren 60 vestigde Giovanni zijn eerste zaak in de Kemmelbergstraat. Al snel kwam er een tweede zaak bij in de Van Iseghemlaan, vlakbij de zeedijk.

Laatste stop: Oostende

‘Op 3 maart 1976 had ik in Italië net mijn middelbare school afgerond en wilde ik de wereld zien. Parijs, Amsterdam, Londen, het stond allemaal op mijn verlanglijstje. Maar mijn eerste stop was Oostende, bij mijn vader. Mijn moeder wilde dat ik er zou nadenken wat ik met mijn leven zou doen. Ze had mijn valies vol wollen kleren gestopt om het Belgische weer te trotseren, maar het was een uitzonderlijk warm jaar. Dus bleven al die warme kleren in mijn valies zitten. Ik kwam met de trein aan in Oostende. Ik kreeg onmiddellijk een slunse gedrenkt in olie in mijn handen geduwd om billenkarren te kuisen. Dat was goed tegen zand en roest. Ik ben uiteindelijk niet meer weggegaan uit Oostende. Twee seizoenen hielp ik mee in de billenkarrenzaak van mijn vader en daarna ging ik werken op de maalboot.’

Italiaans temperament

‘Mijn pa was een gekend figuur in Oostende. Hij stond bekend als il simpatico. Hij was heel vriendelijk, maar kon ook streng zijn. Als klanten terugkwamen met een lekke band, controleerde hij altijd of ze niet op een borduur gereden hadden. Als hij twee gaatjes naast elkaar in de binnenband vond, had hij bewijs. Hij had eens een zestrapper verhuurd aan Engelsen. Ze arriveerden met twee platte voorbanden. Ze hadden duidelijk op een borduur gereden, wilden niet betalen voor de herstelling. Dan kwam het Italiaans temperament van mijn vader boven. Met die rubberen band in zijn ene hand en zijn andere hand gebald in de lucht riep hij in gebroken Engels: “You pay, you pay, or I …” Hij was furieus, maar ze hebben betaald, hoor.’

Als billenkarrenverhuurder maakte Gino veel mee, maar hij hield van zijn stiel. ‘Mijn vader had een groot plezier in het zien opgroeien van de kindjes die bij hem een billenkar kwamen huren. Van hun eerste keer op een kleine gocart, tot ze later met hun kinderen terugkwamen.’

Wil je dit interview gebruiken voor jouw onderzoek? Stuur ons een mailtje.

Kun je niet genoeg krijgen van billenkarrenverhalen? Beluister dan nu ons luisterverhaal op spotify.

Terug naar het overzicht
Visit Us On FacebookVisit Us On YoutubeVisit Us On Instagram